Het nieuwste boek van . .

webkwestie - webquest

Werkwijze bibliotheek

Klik op bibliotheek of school en ga aan de slag met de opdrachten en werk stap voor stap de onderdelen af.

Woordspin

Voor het bedenken van een plot voor het nieuwe boek maak je gebruik van een woordspin.

Een woordspin kan je helpen bij het nadenken over een onderwerp (het plot). Schrijf jullie onderwerp in het midden van de spin, denk goed na over wat je allemaal al weet over dit onderwerp en schrijf dat op de lijntjes.

Klik hier om een woordspin te downloaden.

Dit moet je invullen in de woordspin:

    • Wie is / zijn de hoofdpersonen?

    • Waar wonen de hoofdpersonen?

    • Welke relaties hebben ze (familie, vrienden?)

    • In welke tijd speelt het verhaal zich af?

    • Kun je nog meer dingen bedenken die je kunt invullen in de woordspin?

Afbeelding van Prawny via Pixabay

Stappenplan

Aan de hand van je woordspin maak je een stappenplan. Klik hier om een stappenplan te downloaden. Als je het stappenplan hebt ingevuld, ga je aan de slag met het bedenken van het nieuwe verhaal. De volgende tips kunnen je misschien een beetje op weg helpen.

  • Sommigen mensen vinden het leuk om een verhaal te lezen:

    • dat spannend is

    • dat droevig is

    • waar veel dieren een rol in spelen

    • waar enge dingen in gebeuren

    • dat zich vooral op school afspeelt

    • waarin de hoofdrolspelers in het verleden of in de toekomst leven.

    • enz.enz.

    • Veel schrijvers kiezen als hoofdonderwerp één van de dingen die hierboven staan. Maar soms combineren ze die dingen. Wat wil je in jouw verhaal? Waar hou jij van om te lezen?

  • Het verhaal moet zich afspelen ergens in jouw provincie. Maar weet je al waar?

  • Waarom kies je juist dat gebied of die stad of dat dorp? Of speelt het zich misschien wel af op zee of op de rivier(en)?

  • Probeer in het kort op te schrijven waar jouw verhaal over gaat. Op de achterkant van een boek heb je nooit veel plek om het verhaal te beschrijven. Hou daar dus rekening mee. En verklap nooit het einde, want waarom zou je het boek dan nog lezen.

  • Kun je zelf ook nog vragen bedenken die je kunnen helpen je verhaal te maken?

  • Probeer vragen te bedenken waarop je méér moet antwoorden dan "ja" of "nee".

  • (Vragen die beginnen met b.v. wie, wat, waar, waarom ....)

1. _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

2. _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

3. _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

Beantwoord al deze vragen. De antwoorden op deze vragen kun je natuurlijk vinden in de boeken die in de bibliotheek staan.

  • Maak gebruik van de catalogus om te kijken waar deze boeken staan.

  • Zijn de boeken niet in deze bibliotheek aanwezig? Welke dichtstbijzijnde bibliotheek heeft ze wel?

Woordenboek

In de brief die jullie van de schrijver /schrijfster ontvangen hebben, staan een aantal moeilijke woorden. Zoek de betekenis van deze woorden op in een woordenboek. Klik hier om een word-document te downloaden om ze in te typen of om uit te printen en op te schrijven.

Weet je niet waar het woordenboek staat? Gebruik de catalogus van de bibliotheek waar je woont.

Bedenk een titel voor het boek. Kijk in de catalogus of deze titel al bestaat. Bedenk anders een andere titel.

Zoek ook informatie over de schrijver. Ga hiervoor naar WikiKids of naar https://www.kinderboeken.nl Heeft de schrijver een eigen website?

Als je alle opdrachten hebt gedaan kun je beginnen aan de uiteindelijke opdracht:

Schrijf de tekst voor de achterkant van het boek. Je kunt hier ook al in de bieb aan beginnen, maar waarschijnlijk zul je er op school meer aan werken.